• je bent bang om fouten te maken; je weet zeker dat niets je zal lukken
• je hebt last van hyperventilatie
• je hebt last van smetvrees
• je bent extreem bang voor spinnen, muizen, donker, etc.
• je durft de deur niet meer uit
• je raakt in paniek in bepaalde situaties (bijvoorbeeld in mensenmassa’s, kleine ruimtes)

• situaties die angst oproepen ga je vermijden
• buitensporige bezorgdheid
• geen controle hebben over je gedachten
• slaapproblemen
• rusteloosheid
• concentratie- of geheugenproblemen
• snel vermoeid
• spanningsklachten
• spierspanning
• je bent snel geprikkeld

Therapie
We gaan eerst vaststellen of je te maken hebt met een angststoornis of fobie.

Angst is op zichzelf geen abnormaal fenomeen: het is een gewone reactie die optreedt wanneer je dreiging waarneemt. Wie angstig is, ervaart vaak de drang om te vluchten en soms ook gevoelens van paniek. Tegelijk verandert de inhoud van je gedachten. Je houdt je dan bezig met dreigend gevaar en concentreert je op mogelijkheden om het gevaar te ontwijken of het hoofd te bieden.

Daarnaast kun je allerlei lichamelijke reacties krijgen zoals zweten, verhoogde polsslag, verhoogde bloeddruk en versnelde ademhaling. Het kenmerkende verschil tussen normale angst en een angststoornis is niet gelegen in de aard van de reactie. Kenmerkend voor een angststoornis is dat de reactie optreedt terwijl er objectief bezien geen gevaar dreigt. Kortom: het komt vaak ineens opzetten zonder dat er aanleiding voor is en zonder dat je er erg in hebt.